Ik vond het eigenlijk wel een leuk idee om deze ook op mijn eigen blog te plaatsen. Bij deze dus!
Deze column gaat over een artikel wat ik ooit in de LINDA las, een stuk waarvan ik helemaal ondersteboven was en waar mijn hersenen echt overuren over draaide. Ik ben benieuwd wat jullie vinden, ik zou het supertof vinden als jullie een reactie achterlaten!!
Het gaat over mijn twee hondjes: twee schapendoezen genaamd Dexter & Morgan (ja, inderdaad;) ) van een 10 maanden en 15 maanden oud.
Enjoy!
*
Honden-liefde
Ik ben verliefd op mijn twee schapendoedels,
echtwaar. Zelfs als ik na een rondje boodschappen doen weer eens thuiskom en ze
hun verzameling knuffels hebben ontleed tot een zandverstuiving van wit pluche.
Maar mijn liefde kent grenzen.
Je kent vast wel Paris Hilton en haar babyhondjes Tinkerbell en Prince Baby Bear.
We doen even net alsof Paris niet inmiddels hondje nr. 19 aan het verslijten is, omdat ze de andere puppies dumpte zodra ze te ‘groot’ (lees: volwassen) werden.
Haar liefde voor de kruumels gaat ver. Tink en Prince gaan samen met mama naar de schoonheidsspecialist, de mani- en pedicure en soms mogen ze zelfs wat mooie outfits van P lenen (lees: roze velouren joggingpakken). Ze zijn bij elk invloedrijk evenement aanwezig en trippelen regelmatig de red carpet af.
Dan hun dagelijkse ritueel. Hun diner bestaat
uit gekookte lamshartjes op een porseleinen bordje, met een stukje peterselie
erop. Na het feestmaal worden de Gucci schoentjes aangetrokken en wordt de dogwalker
gebeld, die hen vervolgens een elegant klein
rondje mee uit wandelen neemt. Gewoon, voor de fun.
Want vergeet niet: ook in hondenwereld is het: zien en gezien worden.
Terug naar mijn schapenbeesten. No way dat mijn hondjes zich ongekamd op straat laten zien. Daarom heb ik ook een spiegeltje op enkelhoogte in mijn hal hangen waar ze zich nog even kunnen fatsoeneren voordat hun wollige pootjes de koude stoeptegels buiten betreden. En dan gedragen ze zich voorbeeldig en wandelen netjes om alle plassen regenwater heen. Zullen ze nooit ruzie zoeken met grote honden en denken er niet aan ongepaste organen van hun soortgenoten te likken. Zullen zich nooit aandringen op andere hondjes of willekeurige mensenbenen.
Want vergeet niet: ook in hondenwereld is het: zien en gezien worden.
Terug naar mijn schapenbeesten. No way dat mijn hondjes zich ongekamd op straat laten zien. Daarom heb ik ook een spiegeltje op enkelhoogte in mijn hal hangen waar ze zich nog even kunnen fatsoeneren voordat hun wollige pootjes de koude stoeptegels buiten betreden. En dan gedragen ze zich voorbeeldig en wandelen netjes om alle plassen regenwater heen. Zullen ze nooit ruzie zoeken met grote honden en denken er niet aan ongepaste organen van hun soortgenoten te likken. Zullen zich nooit aandringen op andere hondjes of willekeurige mensenbenen.
Neehoor. Ik loog. Of nee, ik droomde. Mijn
gluiperds zijn dol op modder. Liggen er het liefst languit in. Zijn dol als ze
hun hormonen los kunnen laten op elke andere mede-hond. Mocht het nou een mannetje
of een vrouwtje zijn, mijn puberkindjes draaien hun poot er niet voor om. Dan
zitten we het ene moment gewoon rustig op de bank, en vallen de draken elkaar
opeens uit het niets frontaal aan en dan vliegen de haren door de lucht. Ik zou
er een winterdekbed mee kunnen vullen.
Die hondenhaaruitval is ook een paar andere hondeneigenaresses
opgevallen. Ik las hierover een artikel in een vrouwenmagazine. Het was een
reportage over een aantal vrouwen. Eén van hen, Lydia, heeft al jaren een hond.
Een prachtige Leonberger, weliswaar. Dagenlang kamt ze haar joekel van een hond
aan een stuk door, en toen kwam het.
Opeens moet ze het hebben bedacht. Op het moment dat ze zo bloedig en liefdevol aan het borstelen is, bedenkt ze van al dat haar wel eens een praaaachtig vest zou kunnen breien. En juist op dát denkproces wil ik, nee, móét ik wat verder ingaan.
Opeens moet ze het hebben bedacht. Op het moment dat ze zo bloedig en liefdevol aan het borstelen is, bedenkt ze van al dat haar wel eens een praaaachtig vest zou kunnen breien. En juist op dát denkproces wil ik, nee, móét ik wat verder ingaan.
Er komen wat willekeurige gedachtes bij me
binnen. In wat voor melancholieke staat moet je geweest zijn om het kwartje in
je hersenen te horen vallen bij het idee om al deze wol daadwerkelijk op te
gaan slaan met de intentie er een vest van te gaan breien? Wanneer komt die
bizarre gedachte van je hond op je lijf dragen in je gedachtestroom op? Wanneer
precies gaat die knop om en nemen die prehistorische gevoelens de overhand?
Oké, het is een parel van een hond. Misschien
een ongepolijste parel, dat wel, en zijn haren zullen misschien ongelooflijk
lekker zacht en warm zijn, maar nee! We zijn geen eskimo’s en daarmee uit.
Met open mond las ik dus het artikel in èèn zucht uit. Verbijstering sloeg me om de oren toen ik de bladzijde
omsloeg en er nog veel meer vrouwen waren geïnterviewd die op precies datzelfde
idee waren gekomen, en dus precies datzelfde, ongewone denkproces hadden
doorstaan. Blijkbaar is er een fotograaf die deze uiting van liefde net zo
vreemd vond als ik, door Europa gaan reizen om deze mensen samen met hun hond
vast te leggen.
Ik vind de gedachte dat ik over drie jaar een
eigen schapendoedel vest heb zeer onwaarschijnlijk klinken.
Mij zul je niet zien met Albert Heijn tassen
vol hondenwol. Zaterdagochtend, op de lapjesmarkt, fanatiek struinend naar
voeringen en knopen.
Alhoewel ik al een hele schapendoes-collectie
jassen had kunnen maken, dat kan ik je wel vertellen.
Nee, want ik wéét waar die wol ooit gezeten heeft, hoe die door de blubber heeft gerold, afgelikt werd door andere schavuiten, en in zijn jonge jaren zelfs door kleine zwarte beestjes werd geterroriseerd.
Nee, want ik wéét waar die wol ooit gezeten heeft, hoe die door de blubber heeft gerold, afgelikt werd door andere schavuiten, en in zijn jonge jaren zelfs door kleine zwarte beestjes werd geterroriseerd.
Doe mij maar een lekker nep, let wel,
nep-angora vest. Die lekkere warme wol mogen m’n hondenkinderen lekker zelf
houden. Míjn liefde kent grenzen.
*
Tot slot nog een foto van mijn eigen drakenkindjes:
2 opmerkingen:
Oh wat heerlijk geschreven!! Ik heb zelf een kortharige draak in huis, maar inderdaad, mijn hemel, ik moet er niet aan denken. Errrg raar fenomeen dit, maar geweldige column erover!
dank je wel! Superlief
Een reactie posten